Landelijke media heeft zich de afgelopen weken met ‘onze markt’ beziggehouden en gesignaleerd dat landelijke horecaspelers met hun eigen truck komen. Waar vroeger foodtrucks werden bestierd door gepassioneerde pioniers, zien we nu gelikte trucks verschijnen, waarin ‘bekende merken’ meerijden op de stijgende trend van food, festivals en trucks. Tijd voor een klein (tegen)geluid uit de markt zelf.
Marketingoprisping
Een truck als gevolg van een marketingoprisping. Zo’n team dat zich al jaren afvraagt hoe ze zich moeten onderscheiden van de lokale horeca-ondernemer. Waarschijnlijk heeft een van die zich zelfbenoemde marketingkanjers (sorry, je zult heus gestudeerd hebben) zijn/haar teen gestoten tegen een foodtruckfestival in de buurt van zijn/haar hockeyclub.
Ogenschijnlijk heel onschuldig heeft deze Covey-specialist zich met een speciaal biertje in de hand, olijke zonnebril op de neus bij de verschillende truckers gemeld om eens uit te vragen of en hoe zo’n truck nou eigenlijk rendeert. De foodtrucker heeft natuurlijk in al zijn naïviteit geantwoord, terecht.
Foodtruckland is als het onderwijs
In het FD stond onlangs een artikel waarbij een foodtrucker zo maar een kleine €1000 aan een festivaldag overhoudt. De rekensom was aardig maar niet correct en zeker niet compleet. Foodtruckers zijn vergelijkbaar met de leraren in het onderwijs, alleen dan zonder al die vrije dagen in de zomer… die hebben ze veelal in de winter.. Overeenkomst is dat er meer bij komt kijken dan je vanaf de buitenkant ziet.. Vooral veel meer tijd en minder geld.
FD-meneer vergeet even mee te nemen dat het met handige knutselhanden bouwen van een foodtruck iets goedkoper is dan een foodtruck laten bouwen vanuit een gelikt marketingconcept. De meeste gepassioneerde foodtruckpioniers kopen een barrel en gaan er mee aan de gang.
0,00
Wat voor het gemak ook wordt vergeten.. De truckers van het eerste uur werken met een marketingbudget van 0,00 nakkes, noppes, nada en de afschrijving op hun investering (die zonder verdiscontering van een schappelijk klus- en knutsel-uurtarief wordt uitgerekend) nemen ze al helemaal niet mee.
De uren worden lekker rooskleurig voorgesteld.. Festival open om 12.00, sluit om 22.00 uur.. Da’s 10 uurtjes.. Ja, amehoela. Dat is slechts een deel van de werkelijkheid.
Rammelbak
En weet je? Dat maakt voor de grote jongens niet uit. Want die marketingmeneer hoeft zelf niet ’s morgens vroeg uit z’n bed om dat rammelende vehikel naar de markt te krijgen, nadat hij de avond er voor alle voorbereidingen heeft getroffen. Heus niet. Hij komt lekker om een uur of 3 ’s middags eens kijken hoe het gaat.
Prefab
Maar lieve marketingspecialisten, denkt u nou echt dat het food- en muziekfestivalpubliek van de eerste uren zit te wachten op een corporate, old-school-gestylde vrachtwagen gevuld met prefab meuk waar een vlammetje onder wordt gezet en netjes op een A-branded bordje of servetje wordt uitgeserveerd door een pukkelige tiener die blij is met zijn bijbaantje, zonder dat er enige vorm van ambacht aan te pas komt. Zeg maar dat wat in uw dagelijkse werk gewoon is..
Nee hoor, het publiek van het eerste én tweede uur zien met lede ogen toe hoe ‘hun festivals’ worden overgenomen door de bezoekers van het derde uur. Dat publiek dat inderdaad lekker plakt bij de grote merken..
Geen zak aan
Door deze ontwikkeling dreigen de ‘urbanvibes’ op de food- en muziekfestivals te worden vermorzeld, het publiek verandert en de sfeer slaat om naar het bedenkelijke niveau van een weekmarkt in een middelgrote plaats net buiten de Randstad. Gemoedelijk maar geen zak aan en net zo onderscheidend als menige winkelstraat met Kruidvat, Trekpleister en telecom-reuzen.
Een andere interessante ontwikkeling waarvan je bijna zou vermoeden dat die inherent is aan bovenstaande maar hier volgens mij niets mee te maken heeft, is dat er zich tal van foodtruckers van het eerste uur aan het terugtrekken zijn.. Niet in een winterslaap maar in een bijna roemloos definitief einde van hun bestaan. Een aantal pioniers, jongens en meiden van vóór het eerste uur, hebben of gaan hun truck in de verkoop gedaan/doen en gaan weer ‘aan het werk in de normale wereld’.
Waarom? Leuk om te hebben maar ‘mon dieu’ wat een tijd en energie gaat er in zitten om dit enigszins rendabel te kunnen doen… Met alle risico’s van dien. Foodtruckers zijn net zzp-ers.. En dag niet gewerkt.. enzovoorts.
Vetpot is de pan, niet de portemonnee:
En die 1000 eutjes waar het FD over spreekt, wat als je dat bedrijfseconomisch goed berekend nog geen 500 is, draai je 2 dagen in de week maar daarvoor ben je er dus 4 dagen volle bak mee bezig. Voor het gemak roep ik 1000 per week voor zo’n 50 uur en dan moet je de hulp (personeel!) nog vergoeden en de blauwe enveloppenbrigade wenst ook niet te worden vergeten.. iets met btw en ib. O ja, die 50 uur p/w is zonder administratieve afhandeling.. Kortom, de vetpot is de pan en niet de portemonnee want het seizoen waarin je verdiensten maakt duurt maximaal 6 maanden..
Geen omzet maar marketingbudget
En door al die grote jongens ruiken ook de organisatoren geld. Standgeld, omzetafdrachten (55% is al gehoord) en facilitaire kosten (stroom en afval; nieuw is de ‘verplichte’ milieubijdrage) reizen de pan uit en dan vergeet ik natuurlijk niet dat ze meer en meer meer foodtrucks gaan plaatsen. Alle merken willen natuurlijk een plekje! De taart moet dus met steeds meer verdeeld worden. De grote jongens betalen grif. Het gaat namelijk niet om het behalen van een goede omzet maar om het besteden van een marketingbudget.. Andere taart = andere koek.
Want als Jan en Truus hun merk heeft gezien, loopt de marketing-afdeling met een stijve tepels in het rond. Het risico is namelijk dan zeer aannemelijk dat het stel een van de weken erna zijn prefab-pakjes in de super koopt of bij de eerstvolgende keer in zijn all-you-can-eat-voor-weinig-restaurant gaat eten.
Welkom A-merk-marketeer
Ik was bang dat dit stuk een sneer zou worden, een weergave van frustratie over de deflatie van de foodtruck. Wat ooit begon met gepassioneerde idealisten.. Overgenomen door modale leasebak rijdende marketeers van de grote bedrijven. Blijf lekker in jouw ivoren toren. Laat ons lekker aanmodderen, bemoei je er niet mee.
Maar nee hoor, ze zijn echt van harte welkom. Dan kunnen de hartstochtelijke pioniers zich tenminste blijven onderscheiden op ambacht, passie en eerlijke producten in heerlijke gerechten.
Met dank aan Antal van Loosbroek van Grill'nSmoke